zaterdag 15 augustus 2009

Fumay-Waulsort






Vertrek donderdag 13 augustus vanuit Fumay, er hangen zeer donkere wolken.
Na een tijdje varen begint het te regenen wat voor ons niet aangenaam is.
In Frankrijk zijn de bruggen zeer laag en we moesten (een heel tijdje terug) de bovenbeugel omlaag doen.
Dat wil zeggen dat we geen bescherming meer boven ons hoofd hebben en in volle regen staan.
We doen onze regenjas aan maar het is onaangenaam varen.

Al een tijdje varen we ongeveer dezelfde route als twee schepen die in Antwerpen op linkeroever liggen, de Baloe en de Wikel.
Deze morgen waren ze voor ons vertrokken maar bij aankomst aan de tunnel van Ham, liggen ze te wachten voor de eerste sluis.
De tunnel van Ham gaat gepaard met twee sluizen.
Vooraleer we de tunnel in kunnen moeten we door de eerste sluis en wanneer we eruit varen meteen door een andere.
Hopelijk kunnen we met zijn drieën sluizen want anders staat er ons een lange wachttijd te wachten.
Er gebeurt niets, het licht staat op rood, iedereen wacht tot er iemand komt vertellen dat er een groot schip (een vroeger werkschip van +- 20m) in de tunnel vastligt.
Er is niet voldoende water, hij moet in de tunnel water laten bijstromen anders kan het schip niet meer verder varen.
Na 15 minuten gaat het licht toch op groen en we sluizen met zijn drieën, daarna recht de tunnel in.
Deze tunnel welke in 1880 gegraven werd, is 564m lang, is niet verlicht, heeft geen voetpad en je mag absoluut niet stoppen.
Je boordverlichting moet aan en je moet een schijnwerper doen branden.
De tunnel is niet mooi gevormd, er hangen hier en daar stukken rots waardoor het moeilijk varen is.
Met twee zware lampen schijnen we in de tunnel om een beetje te kunnen zien waar we varen.
Absoluut blij dat we eruit zijn staat ons een fikse regenbui te wachten, het giet water.

We varen voorbij Givet maar de aanlegsteigers geven ons niet direct een goed gevoel en we gaan verder.

Nu we bijna in België zijn kunnen we de beugel terug omhoog halen, de bruggen hebben nu weer een normale hoogte.
Langs de kade in Heer stoppen we en ik vraag een vriendelijke mijnheer om Piet even te helpen te beugel omhoog te halen.
We zijn gered en kunnen droog weer verder.

We varen voorbij Hastière, wat me doet denken aan vroegere vakanties met moeke en vake.
Pas in Waulsort vinden we een mooie haven en besluiten hier aan te meren, een goede keuze.
Het is 15.45u.

Vrijdag gaan we op pad met onze fietsen en bezoeken in Hastière de grotten van de pont d’Arcole.
Hier wordt van gezegd dat het de mooiste en meest natuurlijk grotten van België zijn.
We besluiten de dag met een heerlijk etentje in het havenrestaurant.

Zaterdag namiddag laten we ons overzetten met het laatste nog aanwezige pontje in de maas die nog met handkracht naar de overkant getrokken wordt.
We lopen wat rond, doen wat boodschappen en gaan weer terug met het pontje.

Historisch:
Wanneer je vanuit het zuiden Givet binnenvaart is het eerste wat je ziet is de statige citadel de Charlemont.
Zij kijkt over de stad vanuit de heuveltop.
Ze werd gebouwd door Charles Quint in de 16de eeuw om invallers vanuit het westen te kunnen weerstaan.
Spijtig genoeg kon ze niet weerstaan aan een eerste inval van het Franse leger in 1555.
Vauban versterkte het op het einde van de 17de eeuw omdat hij invallen vanuit het Oosten vreesde.
Hij had gelijk want hij weerstond succesvol een aanval van de Pruisen in 1815.
Heden is de citadel bewoont door commandotroepen maar kan het oostelijk gedeelte bezocht worden.

Revin-Fumay





Woensdag 12 augustus 8.25u we besluiten naar Givet te varen.
Bij vertrek moeten we meteen een tunnel door en hebben we nog het nodige aantal sluizen.
De Fuut ligt voor ons, maar hij is wat in de war met de lichten en blijft dobberen.
We kunnen hem dus voorbij, wat leuker varen is omdat we weten uit eerdere ervaring dat ze heel traag varen.

In het voorbij varen van het dorpje Fumay zien we dat het marktdag is, het gaat er vrolijk aan toe en we stoppen.
Een leuke aanlegplaats en enkele schepen die met ons uit Revin vertrokken zijn liggen daar ook aangemeerd.
Ik ga naar de markt en doe daar wat boodschappen.
De volgende dag weer verder.

Charleville-Revin





Vertrek maandag 10 augustus 8.45u.
De omgeving blijft absoluut mooi, we zijn in de Franse Ardennen, dit is zeker het mooiste gedeelte van de Maas in Frankrijk.
De Maas is hier niet meer zo gekanaliseerd en is breder.

We varen langs kleine dorpjes en bemerken nu friet en hamburgerkraampjes.
De tocht op zich verloopt normaal, de eerste sluizen verlopen zelfs heel snel.
Bij de vierde sluis zijn we net te laat om met een ander schip mee te sluizen.
Ik had het elektronisch apparaat/oog in werking gezet en de sluisdeur gaat open.
Normaal springen de lichten dan meteen op rood-groen, (een teken om je klaar te houden), daarna gaan de lichten op groen en mag je de sluis invaren.
Maar het blijft maar rood-groen en formeel mogen we de sluis niet invaren.
Na lang wachten varen we toch snel de sluis in om een oproep naar de service centrale te kunnen maken.

De oproepkasten voor de servicedienst staan meestal aan de sluishuisjes en je kunt deze enkel via de wal bereiken.

Het duurt een tijdje vooraleer er iemand komt en ondertussen arriveren er twee andere schepen, die net als wij de sluis invaren.

De serviceman is een beetje boos omdat we met zijn drieën in de sluis liggen en het licht op rood-groen staat.
Op de vraag hoe we hem anders hadden kunnen bereiken geeft hij geen antwoord.
We zetten onze tocht zonder problemen verder.

De aanlegplaats van Revin ziet er zeer verzorgd uit, overal bloemen, een mooi parkje erbij, zelfs een tennisveld, gezellig en mooi.
Er is ook een wasmachine en droogkast aanwezig, winkels in de directe omgeving.

We besluiten een nachtje te blijven, ik doe boodschappen en Piet waagt zich aan een duik in de Maas.

zondag 9 augustus 2009

Sedan-Charleville






Om 8.00u bonkt de buurman op ons schip, ik open de deur, hij zegt dat hij klaar is en wil dat we meteen vertrekken. Hij zit op zijn achterdek met tegenzin te wachten om zijn schip eruit te varen. Piet laat hem weten dat we nog water moeten vullen, maar daar heeft hij geen oren naar. We hebben absoluut geen zin in zijn grillen en zeggen dat we vertrekken.
Dus vandaag zondag 9 augustus varen we naar Charleville.
6 sluizen komen eraan en de eerste meteen, na 500m, we hebben geluk de sluisdeur gaat direct open en we kunnen sluizen.
Al met al is deze tocht goed en snel verlopen, om 12.15 liggen we aangemeerd in Charleville.
Het zonnetje schijnt, eerst het blog nog wat bijvullen en daarna de stad verkennen.
Charleville heeft een mooi binnenplein nog volledig authentiek van vroeger.
Belangrijk in Charleville is l’Ecole Nationale Supérieure des Arts de la Marionette (ESNAM).
Sinds de oprichting van het festival, door Jacques Félix, werden al honderden leerlingen gevormd.
Dit heeft tot heden de verzekering gegeven van de voortzetting van deze kunstvorm.
De technieken die aangeleerd worden omvatten zowel de oude als de moderne.
Regelmatig worden er ook tentoonstellingen georganiseerd.
Dit jaar nemen er 127 bedrijven deel uit 23 landen, met 151 spektakels, met 520 deelnemers, zij vertonen de belangrijkste technieken uit elke van deze kunstvormen.
www.festival-marionnette.com (voor geïnteresseerden).

Mouzon-Sedan



Zaterdag 8 augustus 9u vertrek vanuit Mouzon naar Sedan, de zon schijn maar er zijn ook wat kleine wolkjes.
Het weerbericht ziet er nog steeds goed uit.
We zijn absoluut zinnens niet ver te varen, om 11.10u meren we aan in Sedan aan de kade.

Piet beslist te gaan lopen en ik ga naar de plaatselijke markt.

In de namiddag besluiten we toch nog naar het supermarktje te gaan en wanneer we bij terugkeer op de brug aan de haven zijn, merken we dat een schip zich tussen ons en de eerstvolgende aanlegsteiger gaat aanmeren.
De plaats is eigenlijk te klein voor dit schip en het zal ons, of beschadigen, of er net niet tussen geraken.
Vanaf de brug is dit moeilijk in te schatten en ik haast me om eventuele problemen te voorkomen (Piet kon niet omdat we te zwaar beladen waren).
Het is een Zwitsers schip en hij ramt er zich zodanig tussen dat wij geprangd worden tegen de kade.
Gelukkig was ik bijtijds anders hadden we schade opgelopen, ik kon nog net de stootkussens hoger plaatsen en ze zo vasthouden tot hij volledig aangemeerd lag.
Piet, die ondertussen bij de boot toegekomen is zegt hem dat we ’s anderendaags rond 8.15 u weg willen en vraagt of hij dan even uit de plaats weg wil varen om ons eruit te laten, hij moppert.
Even nadien komt hij terug en stelt voor om ons schip morgenvroeg er zonder de motoren aan te zetten uit te duwen, Piet zegt hem beleefd dat we dat niet doen. Enkele meters achter ons is een ramp en die zouden we dan onvermijdelijk raken.

Historisch:
Het kasteel van Sedan gebouwd op een rots en verspreid over
35.000m2, de grootste vestiging in Frankrijk, was generaties lang in handen van de familie La Marck. Later werden er nog vele versterkingen aangebracht om te kunnen weerstaan aan de steeds toenemende mate van aanvallen.
Op sommige plaatsen zijn de muren zelfs 20m dik.
Buiten de rol die het kasteel dikwijls gespeeld heeft ter defensie, werd hier op 11 september 1611, Henri de la Tour ‘d Auvergne, graaf van Turijn geboren.

Dun-sur-Meuze – Mouzon






Vrijdag 7 augustus om 7.50u verlaten we Dun-sur-Meuze met een blauwe hemel en zon, het voelt al warm aan.

De eerste sluis die we moeten nemen ligt op 4km en gaat open om 8.30u.
We zijn heel vroeg en komen toe om 8.25u, er liggen al 3 boten te wachten.
Hoewel de sluizen hier 47.50m lang zijn, kunnen we er niet meer bij.

Het landschap is hier bijzonder mooi, vooral tussen de sluis Pouilly en sluis Alma,
we varen voorbij het Forêt de Jaulnay.
Eigenlijk zijn we niet zo ver van de Belgische grens en doet het me denken aan de Ardennen.

Een klein stukje voor de sluis van Pouilly liggen aan een kleine aanlegsteiger 2 boten aangemeerd, welke ons begroetten en vertelde dat de sluis net stuk geweest was, maar nu weer in orde.
Toen we bij de sluis van Pouilly kwamen bleek ze terug defect.
Wat nu gedaan, er staat op de begane grond wel een meldingskast waar je kunt oproepen bij defect, maar het is niet mogelijk om van de boot op de kant te geraken.
De wal loopt schuin in het water en het zou gevaarlijk zijn om dit te doen.

Of we moeten terug, of Piet vaart zo kort mogelijk bij de sluisdeur en ik probeer zo aan wal te komen, ik beslis het te proberen.
De dames van de aangemeerde boten hadden ons probleem al verwacht en kwamen in de verte aan.
Zij waren van plan om voor ons de oproep te doen, te laat, ik had de oproep al gemaakt.

Wat ik steeds vergeten te vertellen ben is dat er hier bij elke sluis heel veel bomen met mirabellen staan.
Gezien ik toch niet meer op de boot kan en moet wachten tot de sluiswachter kwam besloot ik voor ons wat mirabellen te plukken.
Tot mijn verbazing had een van de dames die ons kwamen helpen een ladder bij, ook zij gingen plukken; om confituur te maken werd me gezegd.

Piet heeft bijna 1uur moeten wachten tot er iemand kwam.
Er waren blijkbaar meerdere sluizen defect en ze werden uiteraard een voor een gemaakt.

Om 14.15u arriveren we in Mouzon, het is vandaag snikheet.
We maken nog een kleine wandeling maar het is te heet en keren terug naar de boot.

donderdag 6 augustus 2009

Verdun-Dun-sur-Meuse






Woensdag 5 augustus vertrekken we vanuit Verdun om 8.05u met een schitterende zon, het wordt een prachtige dag vandaag.
De GPS werkt weer en we hebben 9 sluizen te gaan naar onze volgende bestemming.

Deze sluizen worden handmatig bediend en tot onze verbazing, het merendeel waren jonge meisjes.
Het is toch hard werken om die sluisdeuren te bedienen.
We zien menig meisje zwoegen en zweten om alles voor elkaar te krijgen.
Ik heb eigenlijk medelijden met die meisjes, waarschijnlijk hebben ze deze job onderschat.

Onderweg is het landschap echt prachtig, het gaat over van een gesloten naar een heel open landschap, Frankrijk is een prachtig land, we genieten ervan.
Tijdens deze tocht zien we in de verte iets in het water liggen, ik kan absoluut niet zeggen wat het is.
Hoe dichter we naderen, hoe eigenaardiger…een dood hertje in het water, geen woorden.

Later bemerken we langs de oever nog 2 hertjes die aan het knabbelen zijn.
Ook een reiger die ons een tijdje volgt.

We vinden later op de dag, rond 15u een goede aanlegplaats en blijven oorspronkelijk
1 nacht.
´s anderendaags besluiten we toch om nog 1 nachtje langer te blijven, we rijden met onze fietsjes eens rond in het dorpje en daarna naar Stenay 13 km verder, we doen daar nog wat kleine inkopen en keren huiswaarts.

Lacroix-sur-Meuse- Verdun






Maandag 3 augustus donkere wolken, we vertrekken om 8.15u uit Commercy.
Er staan ons echt nog een aantal sluizen te wachten en ik ben blij dat Wim nog niet weg is met al die kleine sluisjes.
Nog één kleine tunnel en we arriveren in Verdun met donkere wolken en een waterzonnetje, niet gezellig.

Het invaren in Verdun is wel leuk met een mooie aankomst aan de boulevard in het midden van de stad.
We verkennen de stad een beetje en later maakt Wim de GPS terug in orde welke we niet nu maar later wel nodig zulle hebben.


De volgende dag, 4 augustus, Wim gaat ons tot mijn spijt terug verlaten.
We verkennen Verdun, doen wat boodschappen en Wim gaat naar het station zijn treinticket kopen, vertrek om 6.38u.
We mogen ons dus niet verslapen want hij heeft toch een klein half uurtje te gaan naar het station.
We bellen later nog even en hij is goed thuisgekomen!

Commercy-Lacroix-sur-Meuse




We vertrekken vanuit Commercy op zondag 2 augustus om 9.05u met donkere wolken en regen, het voelt zeer koud aan.
Onze planning is om naar St. Mihiel te varen, een mooi stadje.
Daar aangekomen zien we dat alle plaatsen bezet zijn en eigenlijk moeten we nu dubbel aanmeren, we twijfelen.
De beslissing valt, we varen door naar Lacroix-sur-Meuse waar we aanleggen aan een gemeentesteiger zonder elektriciteit, zou er volgens onze kaart wel moeten zijn.
Verlaten dorp…weinig te beleven.

Ook hebben we een klein probleem, onze generator is uitgevallen en we kunnen dus niet meer koken als we geen walaansluiting met elektriciteit hebben.
Het Hitma-brandertje heeft ons uit de nood geholpen en we konden hierdoor nog iets warm eten.
Wel te vernoemen is dat we tijdens onze rit naar Lacroix-sur-Meuse enkele vissersplaatsen tegenkwamen speciaal ingericht voor gehandicapte mensen, nog nooit gezien.

Toul-Commercy






We vertrekken op 31 juli vanuit Toul om 9u, eerder kan toch niet.
De Bofkont vertrekt voor ons en gelukkig de andere kant uit.
We moeten vandaag door 12 sluizen, kettingsluizen, dat betekent dat bij het invaren van de eerste sluis de andere sluizen automatisch geactiveerd worden en zich openen.
Sluizen moet je door een blauwe stang omhoog te drukken welke het sluissysteem in gang zet.
Je mag alleen stoppen wanneer je de centrale op de hoogte brengt.
Ben ik blij dat Wim bij ons is….de sluizen zijn 5.05m breed, wij zijn 4.23m breed en onze stootkussens erbij, echt juist gepast.
Wim en ik moeten beide zijden tegelijkertijd in de gaten houden opdat er geen stootkussens omhoog zouden springen om schade te voorkomen.

Na deze kettingsluizen krijgen we terug een afstandsbediening voor de komende sluizen.
We moeten wel nog eerst door een tunnel van 866m lang, 6m breed, een aparte ervaring.

De volgende sluizen gaan zeer snel en we zijn na 19km het Maaskanaal opgevaren, Commercy onze bestemming ligt 10km verder.

We vinden een plek aan een mooie aanlegsteiger van de gemeente, gratis, ook gratis water, als dat geen meevaller is!
Elektriciteit is te betalen via een muntensysteem.
We rijden wat rond doen boodschappen en ontmoeten leuke héél grote blauwe koeien op een rotonde, mooi gedaan.

Onze GPS en Radar was uitgevallen, dus Piet en Wim met de fiets naar de Brico-GB om spullen te halen en dit later te repareren.

Nancy-Toul





Woensdag 29 juli vertrekken we om 8.15 u in de veronderstelling dat de brug zou bediend worden, niet dus!
Samen met een ander schip de Actief moeten we wachten tot 9u want we vernemen dat dan pas de sluizen open gaan, dus liggen we even te dobberen voor de sluis tot het tijd is.

Hoe verder we Toul naderen hoe meer we bemerken dat er uitzonderlijk veel wier groeit en hebben wel angst voor de filters en schroeven.

Voor de laatste sluis gaat de Actief aanmeren.
We roepen en vragen waarom hij niet in de haven gaat liggen…hij stelt meteen voor om voor ons even te kijken (de haven is meteen na de sluis) en er is een kadeplaats voor ons.
Hij wacht op zijn vriend met het schip de Kwinte uit Puurs, die ook op komst is, ze weten nog niet wat ze gaan doen.

Toul is een beetje een tegenvaller, we hadden er eigenlijk meer van verwacht.
Wim en ik verkennen het stadje ( Piet moest lopen voor de komende Dam to Dam) bezoeken St.-Gengoult en wandelen door de wandelgangen van dit oude klooster welke ze volledig aan het restaureren zijn.
Ook bezoeken we de Kathedraal St. Etienne (naamdrager van de Kathedraal te Metz).
Op het binnenplein, de Place du Marché staat een rotonde vol met bloemen en planten en vooral met veelgekleurde parasols, vrolijk om zien!

De volgende dag kregen we gezelschap van een Belgisch schip “De Bofkont” een boot met uitbouw...er was achter het schip een plateau aangebouwd met daarop een piepklein autootje.. Wim informeert ons dat het onder de categorie moto valt met een dakje erop, ik had het nog nooit gezien.
Met veel zwier komt de Bofkont zich achter ons aanmeren aan de kade, zo kort dat Wim moet roepen om te stoppen of hij was bijna bij ons ingevaren.
Waar hij gaat aanmeren is geen aanlegplaats maar het stuk water dat dient om achteruit de haven uit te varen.
Er zijn dan ook geen bolders voorzien maar dat lost de Bofkont op met een pen in de grond te slaan, voilá, ze liggen, opgelost.
Ik zeg hem dat wij nu niet meer weg kunnen maar dat wordt meteen weggewuifd, hij zal wel wakker zijn en hem verleggen…

Later op de dag gaan we bij een lokale wijnboer wijn proeven en kopen een kleine voorraad.

Metz-Nancy








Zondag 26 juli, om 7.15u zijn we al op pad, spiegelglad water, heerlijk!
We moeten vroeg vertrekken want er zijn 2 havens waar we kunnen aanmeren en stroom en water kunnen krijgen.
Nadeel, deze havens bassin Ste.-Catherine en bassin St.-Georges liggen meestal nokvol omdat ze net zoals de haven in Metz in de stad gelegen zijn.

Onderweg varen we onder de brug van Pont-á-Mousson (voor Piet herinneringen aan Hitma).

Om in Nancy te geraken moeten we van de Mosel naar het Rijn-Marne kanaal met zijn vele kleine en enge sluisjes, een nieuwe en bijzondere ervaring.
Hiervoor moeten we onder een zéér lage en lange brug en meteen in een sluisje van 5.05m breed, zeer eng gevoel.
We vragen ons af of we wel juist gekeken hebben op onze kaart, maar het is inderdaad de toegangspoort tot Nancy.
De sluiswachter brengt ons een afstandsbediening waarmee we de komende sluizen zelf kunnen bedienen.
We hebben het echter niet nodig gezien we het Rijn-Marne kanaal verder oostwaarts in willen gaan. Na Nancy gaan we terug de andere kant op.
We krijgen toch een afstandsbediening mee.

We varen Nancy binnen en aan een kopsteiger in het bassin St.-Georges vinden we een plaats, eigenlijk niet echt lang genoeg en met een scherpe ijzeren hoek, maar we zijn al met al toch wel blij met deze plaats en leggen genoeg fenders rond deze scherpe punt.

We bezoeken Nancy, de stad met “De Gouden Poorten” ze is mooi en geeft een aangenaam gevoel om te wandelen.

Dinsdag namiddag 28 juli omstreeks 14.00u meldt onze bezoeker zich, Wim.
Wim is met de trein tot Nancy gekomen en gaat met ons een weekje meevaren, heerlijk om hem na 2 maanden terug te zien.